Frater Gerlach was leraar aan de MULO en de laatste frater als hoofd van de school in de periode 1959 - 1975.
Hij ondertekende alle brieven en circulaires naar de ouders met Fr. M. Gerlach.
Fraters gingen doorgaans zonder achternaam door het leven maar we weten dat zijn achternaam Versteeg was omdat hij ook vaak z'n brieven tekende met Fr. M. Gerlach Versteeg. Maar waar staat die M. voor ? We hebben het nagevraagd bij het Erfgoedcentrum en die kregen van de congregatie van de Fraters van Utrecht onderstaande reactie: 

"De M. is de afkorting van Maria. Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw, kreeg elke frater bij zijn kloosternaam de naam Maria erbij. Uiteraard omdat Maria onze patrones is, al is het in een speciale hoedanigheid n.l.: fraters van Onze Lieve Vrouw van het H. Hart, niet om haar eigen heilig hart, maar het Heilig Hart van haar Zoon Jezus. Toen ik in 1954 intrad, was het nog heel gewoon dat iedere frater zijn eigen naam opzij legde en verder ging als frater (kloosternaam). Ook juist in je dagelijkse werksituatie. De familienaam bleef achterwege….

Na 1967 toen we weer in het burger gingen lopen en de toog en zwarte pak met wit boordje uit het straatbeeld verdwenen, verdween bij velen de kloosternaam ook en 99% gebruikte hun kloosternaam niet meer. 
Het was dus frater Maria Gerlach met zijn kloosternaam. Volgens mij was zijn familienaam Versteeg, zijn oude roepnaam heb ik nooit gekend.

Voor de jaren ’60 kreeg iedereen die intrad dus een kloosternaam, waaraan ‘Maria’ standaard werd toegevoegd. Omdat iedereen de naam ‘Maria’ kreeg toegevoegd, werd in de praktijk alleen van ‘frater Gerlach’ gesproken. Maar bij officiële stukken, zoals bij de ondertekening van brieven werd wel de letter M. gebruikt. Toen het niet langer verplicht was de kloosternaam te gebruiken, gingen veel fraters hun eigen naam weer gebruiken, maar hielden anderen hun kloosternaam (met de M.) omdat ze daaraan gewend waren geraakt."